Praktisch
Kort gezegd kun je zeggen dat het voorjaar en het najaar de beste reisperiodes zijn voor een reis in Nepal. Maar welke periode voor jou het meest geschikt is, hangt ook van wat je wilt doen (een rondreis of een trekking?) en welk gebied je wilt bezoeken (laagland of hooggebergte?). Hieronder zullen we dit uiteen zetten. Ondanks het feit dat Nepal een klein land is, zijn de verschillen in hoogte tussen het laagste en het hoogste punt extreem. De grens met India in het zuiden ligt op 200 m boven zeeniveau, ga je 200 km naar het noorden dan vind je bergen van hoger dan 8000 m, met natuurlijk als bekendste de Mount Everest (8848 m). Hierdoor kent Nepal verschillende klimaten. In het zuiden is het klimaat sub-tropisch, in de bergen in het noorden heerst een guur bergklimaat. Kort samengevat ziet het jaar er als volgt uit:
Januari/februari: Op grote hoogte kan het flink koud zijn, dus voor trekking is deze periode niet geschikt. Voor natuurreizen in de lagere zuidelijke delen van het land (de Terai) is deze periode juist wel weer heel geschikt. Hier geldt namelijk een (sub)tropisch klimaat.
Maart/april/mei: Deze maanden dingen samen met oktober/november naar de titel ‘beste reismaanden voor Nepal’. In het algemeen kun je stellen dat de kansen in oktober/november op heldere luchten iets hoger zijn. Bonuspunten voor het voorjaar: de bloeiende rhododendrons zijn magnifiek! Je krijgt dan dus een extra kleurrijk decor tijdens het wandelen. Bovendien is het iets rustiger qua bezoekersaantallen.
Juni/juli/augustus: Eind mei wordt het vaak al bewolkter, maar in juni wordt het echt moessontijd. Het is vaak bewolkt, dus panoramische vergezichten kun je doorgaans wel vergeten. Wandelpaden worden blubberig, dus trekking zijn vaak lastiger en vaak zelfs onmogelijk. Een ander nadeel is dat je op de wandelpaden veel bloedzuigers tegenkomt in deze maanden. Ook de autowegen kunnen te lijden hebben onder de regenval en aardverschuivingen. In deze periode kun je dus beter geen trekking of (in sommige gebieden) lange autoritten ondernemen.
September: Is een overgangsmaand. Als je geluk hebt, is het al droog en af en toe helder weer, en kun je goed rondreizen of wandelen. Als je pech hebt, houdt de moesson nog aan.
Oktober/november: Prima maanden voor zowel trekkings als rondreizen. De kansen op droog en helder weer zijn hoog. Dit zijn de populairste reismaanden en dientengevolge ook drukker qua bezoekersaantallen, met name oktober. November heeft vaak nog stabieler weer dan oktober, maar is wel ook al iets kouder (vooral op hoogte).
December: De luchten zijn vaak wekenlang aan een stuk door strakblauw. Op hoogte is het steenkoud, en als er een keer sneeuw valt blijft deze vanwege de lage temperaturen vaak liggen tot in de lente. Trekkings die heel hoog komen kun je in deze maand beter niet doen maar lagere trekkings of rondreizen zijn prima te doen.
Heb je een keus kunnen maken voor welke periode voor jouw reistype het meest geschikt is? Neem dan een kijkje bij onze voorbeeldreizen. Meer advies nodig? Neem dan gerust contact op, we helpen je graag verder.
